Op 20/21 mei wordt het wetsontwerp plenair in de Eerste Kamer besproken.
Wordt het geen tijd dat vrouwen veel harder voor hun rechten opkomen en massaal Eerste Kamerleden oproepen om tegen deze wet te stemmen?
 

P#19  Facebook en Twitter op 28 april 2019

Plenaire bespreking in Eerste Kamer 20 mei

Op de laatste commissievergadering J&V is besloten dat de verdere behandeling van de initiatiefwet plenair in de Eerste Kamer plaatsvind.
De Commissieleden vonden in hun laatste vergadering dat in de Memorie van Antwoord hun vragen over de initiatiefwet partneralimentatie afdoende waren beantwoord. Dit betekent dat de wet
20/21 mei plenair wordt behandeld in de Eerste Kamer. Het zou kunnen, als niemand een stemming aanvraagt, dat de wet dan nog diezelfde middag wordt aangenomen.
 

Voor ons zou het onbegrijpelijk zijn als deze wet wordt aangenomen, een wet die stoelt op de mening van de initiatiefnemers (Memorie van Antwoord, pag 1, 2e alinea) en uitgaat van allerlei  vooronderstellingen en aannames. Ook het advies van de *Raad van State van 8 september 2016 is fnuikend en heeft nog niets van haar actualiteit verloren.

In de inleiding van de Memorie van Antwoord vatten de initiatiefnemers de argumenten voor deze wet samen met: 

  1. ‘Een maximale termijn van twaalf jaar wordt als onrechtvaardig ervaren en weerhoudt ex-partners ervan om na een scheiding het eigen leven op te pakken.’

Reactie: er is geen eenduidige opvatting over de duur van partneralimentatie**. Van de betalers vind 76 % dat 12 jaar te lang is, van de ontvangers kiest 90 % voor het handhaven van 12 jaar. De verschillen in opvatting zijn groot en de conclusie van de initiatiefnemers is onjuist. Daar komt nog bij dat een ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking voorstander is van een bepaling van de duur van de partneralimentatie op maat en niet zo zeer van een standaardtermijn.** En wat wordt er bedoeld met het eigen leven oppakken? Vrij om een nieuwe relatie aan te gaan zonder financiële verplichtingen, zoals in de volgende alinea vermeld staat?

  1. ‘Bovendien is de lange alimentatieduur niet bevorderlijk voor de economische zelfstandigheid van de alimentatiegerechtigde.’

Reactie: met andere woorden, een kortere alimentatieduur is bevorderlijk voor de economische zelfstandigheid van de vrouw. De *Raad van State heeft dit indertijd ‘wensdenken’ genoemd, 8 september 2016. Er is géén onderzoek gedaan naar het verband tussen de lengte van de maximale duur van partneralimentatie en financiële onafhankelijkheid. 

  1. ‘Tot slot kan de huidige maximale duur zorgen voor strijd en onvrede tussen de ex-partners, wat de kans op procedures en vechtscheidingen vergroot.’

Reactie: de procedures en vechtscheidingen zijn al een feit bij 20 procent van de scheidingen. Het is maar zeer de vraag of een kortere partneralimentatieduur het aantal problematische scheidingen zal doen afnemen. Ook dit is wensdenken … nergens op gestoeld.

 

* De Raad van State merkt op dat de initiatiefnemers in het voorstel uitgaan van een situatie met betrekking tot de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt en met betrekking tot de verdeling van zorgtaken binnen het huwelijk, die ver verwijderd is van de maatschappelijke realiteit. Daarnaast wordt onvoldoende gemotiveerd hoe het initiatiefwetsvoorstel bijdraagt aan een oplossing voor de door initiatiefnemers gesignaleerde problemen.’ Advies van de Raad van State, nr 34231-5, 8 september, pag 1.

** Draagvlak beperking huidige maximumtermijn, informatie via de Raad van State

Doorgaans hebben alimentatiegerechtigden en alimentatiebetalers over de duur van de alimentatietermijn verschillende opvattingen. Uit onderzoek van TNS NIPO onder 1024 gescheiden Nederlanders blijkt dat driekwart van de gescheiden Nederlanders de maximale termijn voor partneralimentatie te lang vindt (74 %). (zie noot 16) Tweederde van de gescheiden Nederlanders vindt dat de ex-partner na maximaal 5 jaar in zijn/haar eigen levensonderhoud moet kunnen voorzien zodat de partneralimentatie kan worden beëindigd. 17% vindt echter dat er geen maximum gesteld moet worden. Mannen vinden vaker dan vrouwen dat de limiet op maximaal 5 jaar zou moeten liggen (83% versus 54%). Als TNO NIPO vervolgens uitleg geeft over een consequentie van de verkorting van de partneralimentatie, namelijk dat meer gescheiden Nederlanders vermoedelijk een beroep zullen doen op een bijstandsuitkering, geven de ondervraagden die alimentatie betalen aan te kiezen voor de optie waarbij de partneralimentatie wordt ingekort (76%). Zij die partneralimentatie ontvangen kiezen in verreweg de meeste gevallen voor het aanhouden van de periode van 12 jaar (90%). Uit onderzoek van Spalter blijkt voorts dat een ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking voorstander is van een bepaling van de duur van de partneralimentatie op maat en niet zo zeer van een standaardtermijn. (zie noot 17) Deze onderzoeken schetsen geen eenduidig beeld van steun voor het huidige maximum van 12 jaar noch voor de voorstellen van initiatiefnemers. Advies van de Raad van State, nr 34231-5, 8 september 2016, pag 5.

noot 16.  Scheiden in Nederland 2012, blz. 33.
noot 17.  N.D. Spalter, Grondslagen van partneralimentatie (dissertatie VU), Boom Juridischeuitgevers, 2013, blz. 165 e.v.