Open brief, bestemd voor de interdepartementale werkgroep die de limitering van de alimentatieduur bestudeert.

Opgesteld door de Strijdijzers en verstuurd in april 1980.
Een gedeelte van deze brief, die ook naar alle Tweede Kamerleden was gestuurd, is voorgelezen bij de behandeling van de wet in de Tweede Kamer.
 
In deze 'open brief' maakt de Strijdijzers duidelijk waarom zij tegen de beperking van de alimentatieduur zijn.
Hierbij gaan ze uit van
 
1. ‘De structuur van de economie’
o Mannen werken voor geld, huisvrouwen doen de verzorging. Zij doen dit niet tegen een van tevoren overeengekomen bedrag, maar tegen kost, inwoning en kleedgeld ten bedrage van .... (vult de echtgenoot naar believen in).
o Dat vrouwen niet tegen betaling werken, wekt bij mannen de indruk dat zij niet of weinig werken. Mannen kennen immers geen loonloze arbeid.
o De verzorging door vrouwen is echter zeer omvangrijk en gevarieerd, en daarom van groot economisch nut: (hierna volgt een lange reeks van werkzaamheden)
o Deze verzorging wordt door de man niet gewaardeerd: huisvrouwen zijn nu eenmaal ‘zonder beroep’ en hun werk telt dus niet.     Lees meer argumenten in de open brief
 
2. ‘De aard van het huwelijk als rechtsgrond van alimentatie’
o Trouwen wordt voor vrouwen aantrekkelijk gemaakt:
- het ‘hebben’ van een gezin geldt nog steeds als de natuurlijke bestemming van de vrouw. Dit betekent dat meisjes sociale goedkeuring krijgen als zij trouwen
- trouwen is aantrekkelijker voor ze naarmate werken buitenshuis onaantrekkelijker is
o Eindigt een huwelijk door echtscheiding, dan gaan het werk en het inkomen van de man gewoon door. Van de vrouw niet, hoewel zij hem heeft geholpen bij de eventuele karrière die hij heeft gemaakt en hoewel in de kinderen van hen beiden vooral háár energie zit.
o Het huwelijk is een overeenkomst tussen een man en een vrouw, die niet voor 1, 3, 5 of 10 jaar wordt aangegaan, maar voor het leven. Deze overeenkomst verbreken is thans wettig (echtscheiding). Echter: de verwachting waarmee de huwelijksovereenkomst wordt aangegaan is dat het om een kontrakt voor het leven gaat, zoals uitgesproken bij de huwelijksvoltrekking. De vrouw kan daaruit terecht afleiden dat zij haar leven niet hoeft te verzwaren door een baan aan te houden voor het geval dat het huwelijk mis gaat. Dit zou anders zijn als een huwelijk voor een beperkte tijdsduur aangegaan zou worden, maar daarin voorziet onze wetgeving niet.
Lees meer argumenten in de open brief.
 
3. Andere argumenten met betrekking tot de rechtsgrond van alimentatie
o Beperking van de alimentatieduur is in het voordeel van mannen en niet in het voordeel van vrouwen. De rechter hanteert bij de vaststelling van de alimentatie toch al de norm van de alimentatievrije voet.
o De praktijk van het nihilbeding, de afspraak dat de ene partner niet zal bijdragen aan het onderhoud van de ander, is in het voordeel van mannen en niet in het voordeel van vrouwen. Veel vrouwen komen dan in de bijstand.
o Beide bovenstaande argumenten bieden een rechtsgrond, want de wetgeving hoort in deze tijd te streven naar gelijkheid tussen man en vrouw en niet naar het bevoordelen van de man boven de vrouw.
o Beperking van de alimentatieduur past niet in de emancipatiegedachte (zoals o.a. door mevrouw Wessel-Tuinstra bij de presentatie van haar motie alimentatieduurverkorting wel is betoogd), aangezien vrouwen er niet gelijk aan mannen door worden, integendeel.    Lees meer argumenten in de open brief
 
Het zou aardig zijn om na te pluizen welke argumenten nog steeds relevant zijn.